• Rederij of scheepsagent (zender)
• Containerterminal (ontvanger)

Het bericht kan gebruikt worden als originele inzending (create).

Opbouw:

1. BGM (BeGinning of Message): laad- of losinstructie 
2. Identificatie van het zeeschip, UN/Locode van de los- /laadhaven en de code van de los- /laadplaats en de betrokken containeroperator (3-letter code van de scheepslijn)
3. Lijst met te lossen/ laden containers en detailinformatie (gewichten, bijbehorende referenties en documenten, de temperatuur waaronder de container moet getransporteerd of tijdelijk opgeslagen worden etc...). Dit laatste is vooral belangrijk voor bederfbare goederen.

Gevaarlijke lading wordt gecodeerd gerapporteerd per container. In geval van laden, wordt opgegeven waar de (lege of volle) container aan boord moet worden gezet (op dek of onder dek).